NBG-51 : (Matth. 22:37ev)
Om hem uit te dagen werd door een Farizeeër aan Jezus gevraagd wat in de wet het grote gebod was. Antwoord :
Gij zult God liefhebben met geheel uw hart en geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het eerste en grote gebod. Het tweede daaraan gelijk, is : gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.
- Ik heb wel moeite met dat woord “liefhebben” in de eerste zinsnede ; het klinkt zo overdreven , bijna klef. Wat zou hier eigenlijk bedoeld zijn en hoe zouden we dit vandaag zeggen?
- “Liefhebben” vat ik op als: erop gericht zijn om te kennen , in relatie te staan tot , te respekcteren , te eren , etc.
- Dan is voor voor mij een meer hedendaagse weergave : “laat God tot zijn recht komen met heel je wezen en inzet” , in heel je zijn.
- Da’s weer mooi gezegd , maar hoe doe je dat ?
- Door hele dagen in een klooster te bidden en lof te zingen ?
- Ik vind het knap als je dat kan ! Maar als iedereen dit zou doen raakt de maatschappij wel ontwricht , denk ik.
- Daarom hebben kloosterlingen daarnaast veel bij gedragen aan wetenschap , inpolderingen , ziekenzorg , etc (al was dat ook wel in het belang van , of ter meerdere eer en glorie van het klooster)
- God stelt wezenlijk in vrijheid. Daarom dien je deze god door in vrijheid te leven (de paradox, die we al eerder zagen !). Dat is iets heel anders dan braaf ”de geboden” naleven. Dat is ze bewust interpreteren , invullen , onderhouden….. door in diverse situaties je keuzes te overwegen !!
Advies vragen hoort bij het zoeken ; maar houdt niet in dat je het advies moet opvolgen - Met regels en voorschriften volgen leg je de verantwoordelijkheid buiten jezelf. Dat is juist niet het “geschapen zijn naar gods beeld”
Hoe weet je nou of je bij je afwegingen op het goeie spoor zit ? Wel , de toelichting staat er onmiddellijk bij , namelijk in de tweede zinsnede : Het tweede daaraan gelijk , is….
Je realiseert het eerste door te leven en handelen naar het tweede deel ! Dat ligt meer binnen het bereik van gewone mensen
- Laat de ander tot zijn recht komen, …. doordat, opdat en zoals u zelf leeft in vrede/harmonie met uw mogelijkheden;
- – doordat : zonder vrede in jezelf kùn je de ander niet eens ècht respecteren ; onvrede in jezelf uit zich in zeer kritische beoordeling van anderen , meestal negatief
- – opdat : als je niet de ander tot zijn recht laat komen , kom je alleen te staan , en vind je geen vrede in jezelf;
- – zoals : àls je vrede hebt met je eigen mogelijkheden , gun je dit de ander net zo , dan laat je hem als vanzelf tot zijn recht komen.
- Hierin zit wederkerigheid. Dus anders dan de nadruk vroeger lag : de ander komt niet altijd op de eerste plaats , want dan kom je zelf niet tot je recht !
- Je zult zelf moeten (leren) uitmaken wanneer wel en wanneer niet…… dit is niet in een voorschrift te vangen. Je hebt in eerste instantie ook niks te maken met hoe anderen kiezen…
- Geboden houden is nueenmaal heel iets anders dan ze onderhouden. Dit laatste vergt aandacht , inzet , worstelen met keuzes… je wordt niet geleefd (door regels) , maar leeft zelf….. !
- Dus , ontwikkel en gebruik je talenten , maar in verantwoordelijkheid naar je medemens. Dat betekent dat je steeds zorg zult dragen voor de ander.
Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.
Ofwel : alle overige regel-geving is nadere uitwerking of jurisprudentie van het bovenstaande.
Dwz , de overige regel-geving toont mogelijke aanpak in soortgelijke situaties als waar jij op dat moment mee te maken hebt. Maar is geen opdracht om het op dezelfde wijze aan te pakken. De omstandigheden zijn namelijk bijna altijd weer net iets anders…. en dus is nieuwe afweging aan te raden.
- Aantekening
- Het gebeurt nogal eens dat de “10 Geboden” alsvolgt worden samengevat :
- “Wat gij niet wilt dat u geschiedt ,
- doe dat ook aan een ander niet”
- Hiermee ben ik het maar gedeeltelijk eens. Als ik het in een (truttig) rijmpje zou samenvatten gaat het alsvolgt :
- “Wat gij graag wilt dat men u doet ,
- doe dat de ander wel zo goed”
- Dus ipv tamelijk passief/defensief (proberen) te vermijden dat je een ander iets negatiefs aandoet , zie ik meer een opdracht om (te proberen) de ander iets positiefs te laten ervaren , hem tot zijn recht te laten komen…. Ligt meer in de lijn van de tweede zinsnede van bovengenoemde hoofdsom.